Aan de slag!
Vandaag zijn we gestart met de voorbereidingen van ons groot
project. We nemen namelijk de hele lagere school een dagje over. Een deel van
de studenten werd ingezet voor de coördinatie en een deel voor het aanbieden
van de workshops. Het is de bedoeling dat we een basisworkshop muzische
opvoeding geven in voormiddag, zodat de leerlingen 4 activiteiten kunnen doen.
Nadien kunnen de leerlingen aangeven welk deeldomein van muzische vorming ze
het leukst vinden en krijgen ze hiervan een verdieping.
Ik werk samen met Anouk en Lydia, wij verzorgen een workshop
drama met bewegingsexpressie en muziek voor de bovenbouw van de plaatselijke
gemeenteschool. Ik ben zeer benieuwd naar het resultaat en de resultaten van de
kinderen. Na het maken van de grondige voorbereiding, heb ik er alvast zin in!
Hierbij een korte bespreking van onze activiteiten:
Kennismaking met drama
Drie personen uit de jaren 60 nemen de kinderen mee naar the
sixties. De leerkracht licht hen in dat ze met de bus naar het festival
‘Woodstock’ gaan, de leerlingen krijgen hierbij kort achtergrondinformatie.
Opwarming
Klap
doorgeven
De leerlingen gaan in een cirkel staan en geven een klap door
in één richting. Dit doen ze op een grovy manier om zich voor te bereiden op
het festival. Hierbij is het belangrijk dat de leerlingen elkaar steeds in de
ogen kijken. Als variatie hierop mogen de leerlingen de volgende keer de klap
van richting veranderen. Dit doen ze door meteen terug te klappen en oogcontact
te behouden met hun buur. De leerlingen mogen dit slechts één keer doen tijdens
de oefening. Als laatste variatie mogen ze de klap naar eender wie doorgeven.
Dit doen ze door duidelijk te klappen naar de persoon en oogcontact te maken.
Emotie
doorgeven
De leerlingen blijven in cirkelopstelling. De eerste persoon
toont een emotie aan de persoon rechts van hem. Deze leerling pakt de emotie
aan en zet deze op zijn of haar gezicht. Daarna toont hij of zij de emotie aan
de hele groep. Vervolgens dekt de leerlingen zijn gezicht weer af en kiest hij
of zij een nieuwe emotie die vervolgens wordt doorgegeven aan degene rechts van
hem of haar.
Kern
Inleving
De leerlingen stappen in de bus. Deze opstelling is gemaakt
met stoelen in de klas. Ze volgen hierbij de instructies van de leerkracht. De
leerkracht zorgt voor de nodige inleving door instructies zoals ‘doe je gordel
om’, ‘ we moeten remmen’,… De leerlingen maken hierbij gebruik van hun emoties
en lichaam.
Muzisch
verhaal
Alle leerlingen krijgen een kaartje met een korte instructie.
Zonder afspraken te maken voeren ze deze instructie op de juiste manier en
gepaste moment uit. Uiteindelijk wordt er een heel verhaal gevormd en
besproken.
Slot
Festival
De leerlingen komen op het festival ‘Woodstock’. Ze luisteren
naar de muziek en dansen mee. Wanneer de muziek stopt ‘freezen’ de leerlingen.
Dit doen ze meerdere keren na elkaar.
Evaluatie
De leerlingen gaan in kleine groepjes een levend standbeeld /
tableau vivant maken waarin ze hun gevoel bij de activiteit weergeven. Nadien
verwoorden waarom ze voor een bepaalde pose hebben gekozen.
Verdieping drama
Opwarming
Woesh
De leerlingen nemen de ronde maan en geven deze door. Eerst
wordt de maan in één richting doorgegeven, nadien ook in de andere richting en
tot slot door elkaar. Een variatie hierop is dat de bal meerdere gedaantes
aanneemt zoals zwaar, licht, hard, zacht, bouncy,…
Maanlanding
De leerlingen zitten op de grond en volgen de muziek. De
muziek start met het opstijgen van de racket, de leerlingen beelden dit uit.
Nadien bewegen ze zich vrij op de muziek als aliens, astronauten,… Vooraf wordt
er besproken op welke manieren ze dit kunnen doen, de leerlingen tonen hun
ideeën aan elkaar.
Lopen op de
maan
De leerlingen gaan in frontrijen tegenover elkaar staan. Als
astronauten lopen ze naar elkaar toe volgens de gegeven instructie.
Kern
Improvisatie
De leerlingen krijgen allemaal een typetje. Ze gaan in 2
cirkels staan, een binnen- en buitencirkel, met hun hoofd naar elkaar. De
leerkracht geeft een vraag waarna de leerlingen in conversatie gaan met elkaar.
Een mogelijke vraag is ‘Wat doe je in je vrije tijd?’ of ‘Wat is je mooiste
lichaamsdeel?’. Na het kort gesprek schuift de buitenste cirkel één plaats door
naar rechts. Op die manier leren de leerlingen hun personage beter kennen.
Eigen
toneel
De leerlingen gaan per kleur zitten in 4 verschillende
groepjes. Ze blijven in hun typetjes tijdens deze activiteit. De leerlingen
maken een kort toneeltje waarbij ze in interactie gaan met elkaar.
Voorstelling
De leerlingen tonen hun toneeltje aan elkaar. De leerlingen
evalueren elkaar door middel van het duimenspel: ze steken 2 duimen in de lucht
als ze het super goed vonden, 1 duim is goed en geen duimen is gewoon.
Slot
Toonmoment
De leerlingen staan in groepjes en freezen. De leerkracht
staat centraal met een zaklamp. Wanneer de leerkracht op een groepje schijnt,
beginnen ze toneel te spelen terwijl de anderen freezen. Wanneer de leerkracht
het licht op een ander groepje schijnt, gaan ze onmiddellijk freezen en start
het andere groepje.
Evaluatie
De leerlingen mogen kiezen tussen een roze bril en een
zonnebril. Bij de roze bril zeggen ze iets positief, wat ze leuk vinden,… Dit
kan gaan over hun eigen werk, de activiteit, het proces. Wanneer ze de zonnebril
opzetten vertellen ze iets dat ze minder leuk vinden in het algemeen of kunnen
ze tips geven aan anderen. Dit alles gebeurt in een veilige sfeer en op een
respectvolle manier.
